17 Feburari 2017
Eind 2016 hadden Nederlanders voor in totaal € 340 miljard aan spaargeld. Dat was € 5,3 mld meer dan het jaar daarvoor. Hiervan was € 1,8 aan nieuw spaargeld en € 3,5 mld aan rente.
Een eenvoudig sommetje leert dat op dit spaargeld 1% rendement werd gemaakt. Sparen heeft dus alle kenmerken van een bubbel. Ondanks het lage rendement blijven spaarders erin investeren. Al moet daar natuurlijk bij worden vermeld dat spaargeld als verschil heeft dat het niet snel minder dan 100% kan worden. Tenzij het wordt gestald bij een bank die failliet gaat.
Voor de gemiddelde Nederlandse spaarder speelt dat nauwelijks. Men is vanuit de overheid in ieder geval verzekerd voor € 100.000. Wie meer spaargeld heeft kan dit over diverse banken verdelen. Dat kunnen grote institutionele beleggers (IB) natuurlijk ook maar de meeste banken zitten vaak niet op dat geld te wachten. Een belegger die € 10 mln aan spaargeld op een rekening wil plaatsten bij een bank wordt geweigerd. Immers de bank moet dit bedrag rentegevend uitzetten en zij heeft dan hetzelfde probleem. Mocht de bank het geld wel accepteren dan moet de IB ook nog rekening houden met het debiteurenrisico. Niet alleen op basis van banken maar ook wat betreft landenrisico. Het enige alternatief dat en IB’er heeft is het beleggen in staatsleningen. Desnoods tegen een negatieve rente. Dat is altijd beter dan nul rente en een risico. Een andere partij die de laatste jaren ook veilig geld zoekt zijn de zogenaamde clearinghuizen. Zij regelen de transactie op de termijnmarkten. Hier wordt niet alleen olie verhandeld maar ook aandelen- en obligatie-indices. Om dat goed te laten verhandelen moeten zowel de koper als de verkoper een bedrag storten. Dat bedrag is door regelgeving de laatste jaren verhoogd. Bij een van de grote clearinghuizen LCH hield men gemiddeld per dag € 56 miljard aan. In 2009 was dit € 31 miljard. Ook zij moeten voor dat bedrag op zoek naar een veilige belegging. Dat zijn niet de banken maar alleen staatsobligaties. Met deze leningen als onderpand kunnen ze snel weer geld uitlenen. De rente op dit soort leningen is de reporate. Deze reporate geeft aan hoeveel spanning er in het systeem is. De laatste jaren is deze gedaald in lijn met het basistarief van de Europese centrale bank. Echter de laatste dag van 2016 zakte het tarief van –0,5% plotseling naar de –4,9%. Duidelijk een teken dat beleggers er alles voor over hebben om risicovrij beleggingen te hebben op de balans. Conclusie is simpel, er is veel geld dat veilig wil beleggen en dat houdt de rente voorlopig laag.