28 juni 2019
Er is altijd een concurrentie geweest tussen aandelen- en obligatiehandelaren. De laatste troefden hun collega’s af met de uitspraak “bij ons stijgt altijd iets”.
Inderdaad als de koersen van obligaties dalen dan stijgt de rente. Maar als de rente daalt stijgen de koersen van obligaties. Daarnaast hebben de obligatiehandelaren nog een voordeel. Het komt namelijk altijd goed. Als aandelenkoersen dalen dan worden beleggers zenuwachtig en gaan wellicht verkopen om verdere schade te voorkomen.
Dalen obligatiekoersen fors dan weet de belegger dat er op een gegeven moment wordt afgelost tegen 100%. Daarom geen paniekerige beleggers als de koers van een lening van 90% naar 80% gaat. Want uiteindelijk gaat de koers naar de uitgifteprijs. Natuurlijk geldt dit voor bedrijven die niet failliet gaan. Een ander verschil tussen aandelen en obligaties is de wijze waarop beleggers naar de resultaten kijken. Moet een aandelenbeheerder verklaren waarom hij – soms op kwartaalbasis – achterblijft bij de index, een obligatiebelegger hoeft dat vaak niet. Er is geen “Dow Jones index of StoXX600 index voor obligaties”. De (vele) indexen zijn vaak gespecialiseerd op een deel van de obligatiemarkt. Daarbij komt dat een obligatieportefeuille wat betreft risico ook verandert door de tijd. Een portefeuille met een looptijd van 10 jaar is over 5 jaar veel minder risicovol. Daarbij komt dat obligatiebeleggers de afgelopen jaren profiteerden van een dalende rente. Een obligatiebeheerder kon daarom weinig fout doen als hij in goede kwaliteit debiteuren had belegd. Want zoals boven aangegeven stijgen koersen als de rente daalt. Die lage rente zorgt er vervolgens voor dat veel beleggers op zoek gaan naar fondsen die een betere performance hebben dan een obligatie van de Nederlandse staat. Maar hier zit een risico in. Heeft een beheerder van een obligatiefonds het goed gedaan omdat hij met verstand van zaken heeft geïnvesteerd of heeft hij het tij mee? Afgelopen week rapporteerde The Financial Times over obligatiebeheerder H2O. In vele overzichten was het een uitstekende obligatiebeheerder met een goede rating van beleggingsfondsenvolger Morningstar. Echter naar nu blijkt heeft het fonds ook geïnvesteerd in leningen van bedrijven van de Duitser Lars Windhorst. En deze heeft geen optimale reputatie op het terugbetalen van leningen. H2O had eind mei meer dan € 17,2 mrd in beheer. Daar is nu volgens de FT al ruim $ 5 afgelopen week aan onttrokken. Dit kan ervoor zorgen dat het fonds gedwongen tegen lage koersen obligaties moet verkopen. Het geeft aan waarom wij de voorkeur geven aan directe beleggingen in obligaties. Rendementen uit het verleden zijn geen garanties.