25 oktober 2019
Met het afscheid van Mario Draghi van de Europese centrale bank werden er ook rapportcijfers gegeven over zijn presidentschap. Dat heeft weinig toegevoegde waarde.
Immers geheel onafhankelijk was dat niet. Het viel redelijk te voorspellen wie een voldoende zou geven en wie het beleid zou afkraken en een onvoldoende zou geven. De analisten die vinden dat het beleid van de Europese centrale bank op een drama moet uitdraaien waren vanzelfsprekend uitermate terughoudend met een rapportcijfer. Maar dat staat in tegenstelling tot de economische werkelijkheid.
Want toen acht jaar geleden Draghi aantrad was het slechter met Europa gesteld dan nu. De werkloosheid was hoog en de vooruitzichten somber. De werkloosheid was aan het oplopen en stond boven de 11% in Europa. Ondanks dat had de ECB de rente onder Trichet twee keer verhoogd. Draghi zat met een erfenis maar zorgde wel voor een ander beleid. En hij begon de rente te verlagen. Dat zorgde ervoor dat uiteindelijk de werkloosheid nu op minder dan 8% staat. Wie uitsluitend hier naar kijkt moet Draghi een 10 geven. Echter de kritiek die er is komt vooral voort uit de huidige negatieve rente. Populistische media hebben het zelfs over roof. Naast het steeds verder verlagen van de korte rente besloot de ECB ook om de obligatierente te verlagen door het opkopen van obligaties. Hierdoor kwam de 10-jarige Duitse rente onder de 0%. En dat niet alleen. De Griekse rente staat inmiddels op 1,2% terwijl deze bij het aantreden van Draghi 22% was. Deze spectaculaire daling komt niet alleen doordat de ECB obligaties opkoopt maar ook omdat wereldwijd beleggers weer vertrouwen kregen in Europa. En als een centrale bankier in staat is om het vertrouwen te krijgen dan kan dat ook alleen maar een 10 zijn. Het gegeven dat de spaarders klagen over de lage rente komt niet alleen door de ECB. De spaartegoeden zijn alleen maar gestegen. En als er een groot aanbod is van een bepaald product, in dit geval spaargeld, dan daalt de prijs van deze goederen. En bij spaargeld is dat de rente. De jongste kritiek is dat hij vlak voor zijn aftreden ervoor zorgde dat de ECB weer obligaties gaat opkopen. Hiermee rijdt hij zijn opvolgster Christine Lagarde in de wielen. Maar de redenatie kan ook andersom zijn. Door het nu aan te kondigen kan zij het ook snel beëindigen. Enige slimheid kan Draghi niet ontzegd worden. Maar het allerbelangrijkste wat Draghi heeft bereikt is het vertrouwen in de Europese munt. Bij zijn aantreden was 64%. Inmiddels staat dit met 76% op het hoogste niveau in de afgelopen 20 jaar. “Whatever it takes” waren niet alleen woorden, hij heeft het ook in daden omgezet.